In een tijd waarin we gemakkelijker dan ooit contact maken via schermen, lijkt échte verbinding juist moeilijker geworden. Velen van ons verlangen diep van binnen naar intimiteit, nabijheid en liefde, maar botsen tegelijkertijd op iets wat dat verlangen in de weg staat en dat is angst.
Soms uit die zich als bindingsangst, soms als verlatingsangst. En soms als allebei tegelijk. Maar wat als deze angsten ons iets willen vertellen niet alleen over onze relaties met anderen, maar vooral over de relatie die we met onszelf zijn kwijtgeraakt?
Twee vormen van dezelfde pijn
Op het eerste gezicht lijken bindingsangst en verlatingsangst elkaars tegenpolen.
- Bindingsangst laat zich zien in de neiging afstand te nemen. Zodra iemand te dichtbij komt, ontstaat er paniek:
“Ik raak mezelf kwijt, ik word opgeslokt.”
-
Verlatingsangst laat zich zien in het krampachtig vasthouden:
“Laat me alsjeblieft niet los, ik verdraag het niet om alleen te zijn.”
Maar in essentie zijn het twee manieren om met eenzelfde diepe angst om te gaan: de angst om niet werkelijk geliefd te worden en lief te hebben zoals je bent. De angst om verlaten te worden — óf jezelf te verliezen.
En ja, beide angsten kunnen in één persoon tegelijk bestaan. Je kunt iemand dolgraag dichtbij willen, en zodra dat gebeurt, voel je de impuls om weg te duwen. Het is een innerlijke spagaat waar veel mensen ongemerkt in vastzitten.

Waar komen deze angsten veelal vandaan?
Vaak liggen de wortels in onze vroege kindertijd, bij de eerste vormen van hechting met onze verzorgers. Als we ons als kind niet veilig, gezien of onvoorwaardelijk geliefd voelden, bouwen we overlevingsstrategieën op.
Bijvoorbeeld:
-
We leren ons aan te passen om liefde te verdienen.
-
Of we trekken ons terug omdat nabijheid pijn deed.
-
Misschien leerden we dat we niemand écht konden vertrouwen.
Deze overtuigingen nestelen zich diep in ons systeem:
- Liefde is onbetrouwbaar.
- Als ik me verbind, word ik gekwetst.
- Als ik niet perfect ben, word ik verlaten.
En dus beschermen we onszelf. Soms door muren te bouwen (bindingsangst), soms door krampachtig te blijven hangen (verlatingsangst) en soms door heen en weer geslingerd te worden tussen deze twee.
Van angst naar openheid
Je hoeft bindings- of verlatingsangst niet 'weg te maken'. Je hoeft alleen te leren dat angst er mag zijn — zonder dat het jouw keuzes stuurt.
Hoe ziet dat eruit in de praktijk?
-
Je gaat het gesprek aan met je eigen patronen.
Bijvoorbeeld: je merkt dat je afstand neemt net na een fijn moment — in plaats van dat automatisch te volgen, vraag je jezelf liefdevol af:
“Wat gebeurt er nu in mij? Wat maakt dat ik wil terugtrekken?”
-
Je leert jezelf geruststellen in plaats van afhankelijk te zijn van de ander.
Bijvoorbeeld: je voelt paniek als iemand niet meteen reageert. In plaats van te appen of te gaan piekeren, leg je je hand op je hart, adem je dieper in, en zeg je tegen jezelf:
“Ik ben hier. Ik ben veilig, ook als ik me onrustig voel.”
-
Je deelt je angsten open zonder drama of schuld.
Bijvoorbeeld: in plaats van te zeggen “Jij laat me altijd in de steek”, zeg je: “Wanneer ik je even niet hoor, voel ik dat deel in mij dat bang is om vergeten te worden. "Ik wil je er graag in meenemen, zonder dat jij het hoeft op te lossen.”
-
Je blijft in verbinding ook als het spannend wordt.
Bijvoorbeeld: je voelt de neiging om iets af te zeggen uit angst voor intimiteit. In plaats daarvan benoem je: “Ik merk dat ik spanning voel nu we dichterbij komen.
"Het zegt niets over jou, maar over iets in mij wat ik aan het leren ben om te dragen.”
En dan gebeurt er iets bijzonders. Niet ineens. Niet perfect. Maar stap voor stap ga je voelen:
Hoe zachter je bij jezelf blijft, hoe minder hard je hoeft te trekken of te duwen in contact met anderen.
Je wordt een veilige plek voor jezelf, en daardoor ook voor de ander.
Tot slot
Bindingsangst en verlatingsangst zijn geen "fouten" die je moet oplossen. Ze zijn delen van jezelf die verlangen naar aandacht, begrip en heling. Niet om je tegen te houden maar om je te begeleiden naar meer waarheid en liefde in jezelf.
Verbinding ontstaat niet door perfectie, maar door aanwezigheid. Door jezelf te durven ontmoeten in alles wat je voelt, ook als het schuurt of spannend is.
Als je merkt dat deze thema’s je raken, weet dan: je bent niet alleen. We dragen allemaal verhalen, gewoontes en angsten die ooit helpend waren, maar nu misschien in de weg staan van een echte, liefdevolle verbinding in de eerste plaats met jezelf.
In mijn praktijk bied ik ruimte om dit samen te verkennen. Om vanuit zachtheid, bewustzijn en bedding te leren dragen wat in jou leeft. Zodat je steeds meer thuiskomt in de liefde voor jezelf.
Voel je welkom voor een sessie of kennismakingsgesprek!
In liefde gedeeld José
Reactie plaatsen
Reacties